Milieu – Schöne Welt, wo bist du? (Friedrich Schiller)

Met de huidige omvang en diepte van de milieuproblematiek kan het niet meer worden afgedaan als een individueel gedragsprobleem (wat geen individu ontslaat van de plicht milieubewust te leven).
Echter, de grondtoon van ons milieubeleid is nog steeds dat we (o.a.) uitstoot, stikstof, etc.  kunnen verminderen zónder onze levensstijl én economisch systeem daadwerkelijk te veranderen. Hierin loopt m.n. de nieuwe VVD-lijsttrekker Dilan Yeşilgöz voorop: ‘We gaan onze manier van leven niét veranderen’…  Meestal gevolgd door het mantra: ‘We gaan wel de doelen halen omdat we gaan investeren in innovaties’ en ‘We gaan hier gewoon een succes van maken als Nederland’. Immers, we zijn een gaaf land…
Compleet losgezongen van de realiteit hoeveel tijd en geld het kost om ook maar een fractie van innovatieve ideeën om te zetten in blijvend succes. Dat gaat ver voorbij de zittingsduur van kabinetten (zeg: vier jaar), dat gaat over generaties.
Nu ben ik sterk voor verbeeldingskracht – we moeten ons betere werelden (kunnen) voorstellen, en de dromen daarover (kunnen) volgen. Maar het idee is daarbij te vaak dat als je weet waar je naartoe gaat, je daar ook komt. Alsof onze wil ook echt wet is.
Onze verbeeldingskracht is daarbij ook vaak uitermate beperkt door de denkkaders van de wereld zoals we die kennen. Ver weg kijken is leuk, maar onze verantwoordelijkheid ligt hier, in het nu.

Individuele successen zijn onze eigen meritocratische verdienste, maar eigen verantwoordelijkheid schuiven we af op een collectief technologisch panacee. Zo is innovatie de bezweringsformule tegen wezenlijke verandering – gebouwd op een wereldbeeld waarin technologie uiterst maakbaar is (de befaamde ‘stip aan de horizon’…), en mens en samenleving opvallend rigide.
En iedereen die daar anders tegenaan kijkt wordt bijna paranoïde gedemoniseerd: Frans Timmermans, Rob Jetten, Diederik Samson, e tutti quanti.

De huidige, steeds bredere aantrekkingskracht van het paranoïde gedachtengoed schuilt erin dat steeds meer mensen een zeker onbehagen voelen bij allerlei hedendaagse ontwikkelingen. En in het bijzonder bij allerlei progressieve ‘linkse’ claims rond milieu, gender, inclusiviteit, etc.
Kenmerkend voor het paranoïde gedachtengoed is dat het een sterk apocalyptische kern heeft: de ondergang van de beschaving is nooit ver weg. En er is ook geen compromis mogelijk, aangezien het een absolute strijd is tussen goed en slecht. Daarbij gaat het bij het paranoïde denken ook uit van een zeer persoonlijke visie op de macht – niet anonieme structuren of historische toevalligheden maken de dienst uit, het zijn persoonlijke beslissingen van een vijand die de geschiedenis naar zijn of haar hand zet.

Het gedicht De Goden van Griekenland (1788) van Friedrich Schiller – met daarin de veelvuldig aangehaalde verzuchting Schöne Welt, wo bist du? – ademt teleurstelling, en nostalgie naar het verloren paradijs van het heidense Griekenland (als tegenhanger van het Duitse (klein)burgerlijke comfort). Het gedicht spreekt niet louter van angst, heimwee en het verlies van een wereld die voorgoed verdwenen lijkt, maar het ademt ook hoop op en verlangen naar een veilige en eerzame plek.
‘L’attente d’un avenir incertain’, zoals de Franse filosoof Emmanuel Levinas de hoop treffend definieert.

Het is voor veel Nederlanders een onweerstaanbare gedachte: het idee dat je alle problemen kunt oplossen zonder je leven wezenlijk te veranderen.
Neem mobiliteit. Eind 2035 moet er een einde zijn gekomen aan de verbrandingsmotor; dan rijden we – ca. 10 miljoen voertuigen – elektrisch. De grondstoffenwinning (kobalt, neodymium, lithium, koper, ed.) die daar voor nodig is, is bijna onvoorstelbaar (los nog van de kosten (prijs!) – grote delen zijn in handen van China). Met een beetje voorstellingsvermogen (verbeeldingskracht…) besef je al snel dat een verandering van onze manier van leven volstrekt onontkoombaar is.
Daar kun je – innovatief blijmoedig – van wegkijken, maar dat maakt het niet minder een doodlopende weg.

Echter, die Schöne Welt dat is geen plek, of een gebied waar je heen kunt (toekomst) of waar je ooit was (verleden). De schoonheid schuilt in de manier waarop we met elkaar, de natuur en het verdere leven op aarde omgaan. Nu.
Minder werken, minder consumeren, minder produceren, minder stress, minder individueel, meer plezier, meer vrij, meer ruimte voor het onbekende en onverwachte, en meer betere relaties, meer samen.
Zoals Leonard Cohen het zingt:
‘We are so small between the stars, so large against the sky.
And lost among the subway crowds, I try to catch your eye’.

Het is de onderlinge relatie die telt.
We moeten het leven nu vreugdevol maken.
Samen.
En daar is niets paranoïde aan.

L.L. Stegman

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *