‘Systeemautisme’, nu al een van de mooiste woorden van de laatste decennia. Systeemautisten zijn het product van een (bedrijfs)cultuur waarin niemand een beslissing durft te nemen, en waarin het improvisatievermogen zorgvuldig is weggeprotocolleerd. Als je eenmaal weet hoe ze heten zie je ze overal.
Meest manifest waren ze, enkele winters geleden, zichtbaar ‘op het spoor’. Organisatorisch broddelwerk is de werkelijke oorzaak van de chaos op het spoornet na sneeuwval – niet bevroren wissels, of vallende ijspegels ontregelden het Nederlandse spoor maar het complexe protocol dat is opgezet om de ontstane problemen op te lossen. Een belprotocol tussen ProRail, NS en ingehuurde monteurs zorgt voor megavertragingen, waar vroeger machinisten (van NS) in een handomdraai de problemen met wissels ed. (nu van ProRail) oplosten. Een bestuurlijke splitsing die leidt tot operationele verlamming. En dit neemt hand over de hand toe, in zorginstellingen, scholengemeenschappen, ziekenhuizen, etc. Overal waar een, in diepste wezen, publieke taak in de armen van de markt wordt gedreven komt dit latente gevaar van systeemautisme op enig moment manifest aan de orde.
Tegenhanger is de ‘conceptuele hemelvaart’ die het begrip ‘risico’ heeft gemaakt. Risico’s zijn opgestegen naar een niveau van abstractie en technische complexiteit waarop ze nauwelijks nog te bevatten zijn. Sinds de kredietcrisis lijkt elk risico een ‘systeemrisico’. Of het nu gaat om systeembanken (ING, ABN Amro), systeemcoöperaties (Vestia), onze hypotheken vormen een systeemrisico, evenals het leegstaande commerciële vastgoed, ‘Italië’ is een ‘systeemland’ (niet: Griekenland), etc. En nog even en we hebben een systeemgemeente, of een systeemonderwijsinstelling.
Maar wie gaat er eigenlijk over al deze verknoopte en ingewikkelde systemen, vol risico of autisme. Door de hemelvaart van de systeemrisico’s lijkt het noodzaak dat ook het toezicht opschaalt. En bij systeemautisme neemt de roep om toezicht vanuit de ministeries inmiddels toe. Een heilloze weg – toezicht rent altijd hijgend achter zelfbevoordelend pragmatisme aan. De enige oplossing ligt in het doorgronden van het ontstaan, bestaan en ontwikkelen van systemen, en daarmee samenhangend risico of autisme, en ze in de kiem aan te pakken. Dat vergt visie, inhoudelijke kennis, en bovenal moed – immers, het is een tocht waarbij het systeem in de mens wordt gebracht, en niet de mens in het systeem. Dat houdt het klein, en gaat meer over voorwaarden dan over gevolgen. Het is onzekerheid (moed), eerder dan noodlot (berusting).
Ooit waren mensen een risico voor ‘het systeem’, nu zijn de systemen een risico voor de mensen. Een dood spoor naar de hel. Gooi om die wissels. Terug naar de menselijke maat.
The Cappuccino King