Visieloos saneren leidt tot mislukking, externe inhuur en krassen op reputatie
Volgens de meest recente Spanningsindicator arbeidsmarkt van het UWV zijn banen als reisadviseur, schoenmaker, fitnessinstructeur en adviseur waterbeheer in trek. Wij adviseren ambtenaren alvast goed en met een open blik om zich heen te kijken.
Flink snijden in het ambtenarenapparaat – dat staat nadrukkelijk in het Hoofdlijnenakkoord: ‘De groei van het aantal ambtenaren wordt meer dan teruggedraaid’. Tussen 2018 en 2022 groeide het aantal ambtenaren met circa 25.000 – de taakstelling wordt dat terug te brengen naar het eerdere niveau. We praten over 22 procent reductie.
Er is natuurlijk niets mis met ambitie – mits die, om tot verwezenlijking én bestendiging te komen, gepaard gaat met een idee. Het ‘feit’ dat op kerndepartementen, externe inhuur en communicatieafdelingen fors kan worden gesnoeid mag voortvarend klinken, maar is niet het begin van een visie. Dat zoiets rampzalig uitpakt bewijst de eerdere forse reductie bij de Belastingdienst – terwijl de politiek volop nieuw beleid bleef maken voor diezelfde dienst. Resultaat: taakstelling niet gehaald, hoge kosten gemaakt, externe inhuur (bv. van oud-medewerkers) fors omhoog en een meer dan sluipende uitholling van publieke dienstverlening. Kras op de reputatie.
Het lijkt er op dat nu de kaasschaaf methode wordt gebruikt – overal een plak(je) eraf. Maar de taakstelling ‘je krijgt zoveel procent minder en zoek het maar uit’ leidt zelden tot nooit tot een reorganisatie die hout snijdt. Daarmee wordt reorganiseren toch vooral symptoombestrijding. Een korte termijn-kostenoriëntatie waarbij bestuurlijk vaak geldt: ‘the horizon is on their shoes’.
Uit onze praktijk en menig onderzoek blijkt, dat reorganisaties en herstructureringen vaak duurder uitvallen dan gedacht, langer doorlopen dan gehoopt en, vooral, veel weerbarstiger zijn dan verwacht. Dat zal, zo voorzien wij, in casu niet anders zijn. Ambtenaren ontslaan is een dure grap – los nog van het feit dat elke werkeloze ambtenaar elders op de begroting drukt. En een analyse van de achterliggende redenen van die groei van het aantal ambtenaren de laatste jaren, vergt tijd – laat staan het vinden (en invoeren) van een beklijvende oplossing. En een sanering zonder idee gaat niet leiden tot een warm onthaal. Weerstand ligt in het verschiet, we kunnen ons al ‘verheugen’ op een hete herfst.
Temeer daar er ook nog een nullijn geldt vanaf 1 januari 2026 – wat een bezuiniging op zou leveren van € 600 miljoen per jaar. Absoluut meer doen, met relatief minder. Krassen op het tafelblad.
Er moeten antwoorden komen op vragen als ‘Wie staat toch telkens toe dat we zoveel ambtenaren aannemen?’, ‘Hoe komt het toch dat de productie per ambtenaar daalt?’ en ‘Waarom komt er geen integrale visie op het ambtenarenapparaat tot stand?’. Immers, meer voor minder bestaat niet – als we het aantal ambtenaren saneren, dan moet er wel expliciet worden gemaakt wat er niet meer wordt gedaan (bv. we laten gevangenen vrij, of de wachttijd bij rechtszaken loopt verder op). Ook voorgenomen nieuw beleid – toch een magneet voor nieuwe ambtenaren – moet grondig worden herzien en heroverwogen.
Dat alles ontbreekt nadrukkelijk.
Wij denken dan ook dat de wal het schip gaat keren. Externe inhuur gaat groeien om het gat aan kennis en ervaring te dichten. Het zal de komende tijd nieuwe beleidskeuzes regenen (belofte maakt schuld) – maar er zal geen tijd en aandacht zijn voor wat er juist niet meer kan. Werkgroepen en commissies verzanden in de weerbarstige praktijk van weerstand, onbegrip en gebrek aan voorstellingsvermogen, tijd, geld en doorzettingskracht.
Daarbij, als na enige tijd blijkt dat het niet gaat lukken, krijgt het ambtenarenapparaat zélf de schuld. ‘Ze willen niet’, ‘deep state’, etc. – we horen de schuld al doorschuiven. Er zullen flink wat communicatiemedewerkers worden aangetrokken om het allemaal uit te leggen.
Krassen op de ziel. Wensdenken is de verkeerde kant op fantaseren.
Dat moesten we maar niet doen.