Twitter, Facebook, Tinder, e tutti quanti aan sociale media platformen – cultuuruitingen die kunnen worden gezien als de omgang met een alles doorsijpelende angst voor leegte en betekenisloosheid. Horror vacui. De vroeg eenentwintigste eeuwse reactie op deze angst is een koortsachtige wildgroei aan symboliek, traditie en rituelen. ‘Like’s’, en ‘swipes’, ‘benching’, ‘shipping’, etc.
Symbool wordt aan symbool geregen, ritueel wordt op ritueel gestapeld, en hoe meer ornamenten aan de façade verschenen, hoe meedogenlozer de angst voor de leegte zich toonde. Alles wordt in het werk gesteld om leegte en stilte te vullen. Hedonisme werd een doodlopende weg, het maakte ruimte voor betekenisloosheid – een angst die literatuur, omgangsvormen en relaties doordrenkte. De mens wil nu eenmaal haar omgeving kennen en verklaren, wil orde scheppen in chaos.
We willen alles om ons heen kennen, begrijpen, doorgronden, ontdekken, controleren, berekenen, voorspellen en vooral gebruiken. In termen van de filosoof Hartmut Rosa: we proberen de wereld beschikbaar te maken. Deze nimmer aflatende pogingen om de wereld beheersbaar te maken zijn de reden waarom we in wezen vervreemd zijn geraakt van elkaar. We hebben de wereld onttoverd tot een verzameling objecten om te beheersen en te exploiteren. Inclusief onszelf.
Echter, deze manier van met de wereld omgaan stelt ons niet in staat om een goede, diepe relatie met het leven te ontwikkelen. Daarbij, de dingen die er werkelijk toe doen zijn niet te maken noch te beheersen. De prachtige eerste zonnestralen op een lentedag – we kunnen het niet afdwingen, en niet controleren. En vasthouden ook niet. De evocaties van een kunstwerk, de resonantie van een muziekstuk, een plotselinge verliefdheid. We zijn in wezen doodsbang voor het niet-weten en de complexiteit van de wereld. De conflictueuze dynamiek tussen beschikbaarheid (overvloedige waan!) en ‘betovering’ (schaarse werkelijkheid!) zorgt uiteindelijk voor onze vervreemding.
Aan het einde van de 19e eeuw was in Europa een zeker pessimisme bon ton. Klagen over de vermeende ‘decadentie’ en ‘mechanisering’ was gemeengoed. Men vroeg zich af of er nog wel ruimte was voor stilte, eigenzinnigheid en spiritualiteit in de nieuwe wereld. Een wereld die verder werd onttoverd door de vernietigende, verlammende en verminkende WO-I. Dat moeten we ons, ook in de huidige tijd goed voor ogen blijven houden. Zoals Johan Huizinga (Herfsttij der Middeleeuwen – 1919) stelde: ‘Historie geneest van overschatting der belangrijkheid van het onmiddellijk omringende’. Geschiedenis is een herinnering aan de eindigheid van het leven en van kennis, aan het ‘niet-weten’. En dit inzicht in dienst stellen van deugden als vergevingsgezindheid, mildheid en nieuwsgierigheid. Of, met de filosoof Emmanuel Levinas: ‘de Ander’ (“Het gelaat toont het idee van oneindigheid”).
Een ‘serene onttrokkenheid’ die wegen opent naar stilte en betovering. En diepe verbinding.
Vrij naar Fyodor Dostoevsky: ‘The mystery of human existence lies not in just staying alive, but in finding someone to live for’. Juist dát definieert ons als betekenisvol.
Amor significativa.
Wat een mooie site lieverd! Daar ben ook ik wel trots op. En nu óp voor de podcast!
Ik accepteer het privacybeleid maar dat is er kennelijk niet…….. 🙂
Kus!